Dr Jacob Anninga
Dr Anninga, kinderarts, oncoloog.
Graag wil ik me even voorstellen. Ik ben Jakob Anninga, kinderoncoloog, en werkzaam in het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie in Utrecht. Wat heeft mij destijds doen besluiten om de kinderoncologie als subspecialisatie van de kindergeneeskunde te kiezen? Al gedurende mijn studie geneeskunde ben ik gefascineerd geraakt door de moleculaire biologie (biologie op gen-niveau) van kanker. Daarna, tijdens mijn specialisatie tot kinderarts voelde ik me aangetrokken tot de diagnostiek en behandeling van kinderen met een kwaadaardige aandoening en het onderzoek naar de achtergrond van kanker bij kinderen. Wat trekt mij daar zo in aan? Daar zijn twee redenen voor.
Als eerste heeft de vraag mij al vroeg bezig gehouden waarom een cel ontspoort tot een kwaadaardige, zich voortdurend delende cel. Onder normale omstandigheden rijpt een cel uit tot een cel met een specifieke functie en wordt onderdeel van een orgaan, zoals bv een bot of spier. Daarbij gaat het vermogen om te delen vrijwel geheel verloren. Bij kwaadaardige groei deelt een cel alleen maar ten koste van de uitrijping, en zo ontstaat een maligne tumor. Het vraagstuk hoe het kan dat cellen zo ontsporen heeft een heel andere dimensie gekregen, nu er nieuwe technieken beschikbaar zijn die zeer nauwkeurig het gedrag van (kwaadaardige) cellen kunnen analyseren. In de nabije toekomst zullen we door gebruik van deze technieken meer inzicht krijgen in waarom een cel ontspoort tot een kwaadaardige cel en hoe we dit proces kunnen beïnvloeden. Aan dat onderzoek wil ik, gedreven door mijn nieuwsgierigheid, graag mijn bijdrage leveren, zodat we over enkele jaren een meer effectieve behandeling tegen deze ziekten bij kinderen hebben. Dergelijk onderzoek als basis voor een goede behandeling wordt niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland uitgevoerd. Wij maken als team artsen voor Bottumoren in het Máxima deel uit van een internationaal samenwerkingsverband waar we resultaten van onderzoek delen. Daarnaast doen we mee aan internationale behandelprotocollen voor de diagnostiek en behandeling van het Ewing sarcoom, waardoor we garant kunnen staan voor een optimale behandeling.
Minstens zo belangrijk is het voor mij hoe wij een kind, haar/zijn familie en directe omgeving zo veel mogelijk kunnen ondersteunen gedurende de periode van diagnose en behandeling. Niet alleen medisch-technische zaken, maar ook de impact van de ziekte op het gezin spelen hierbij een belangrijke rol. Tijdens, maar ook na de behandeling hebben het kind en gezin nog veel specifieke aandacht en (na-)zorg nodig, om het proces waar kind en gezinsleden doorheen moeten gaan, goed te begeleiden. Dit vraagt om vertrouwen en een goede band met kind en ouders, oftewel om een heel nauwe en intieme samenwerking. Daarom ben ik er trots op dat ik, samen met mijn collega’s van het team Solide Tumoren van het Máxima, de mogelijkheid heb om die band met kind en ouders op te bouwen. Dat vraagt om gedeelde inzichten en ervaringen.
Om bovenstaande waar te kunnen maken is het van belang dat we ons gezamenlijk inzetten voor de strijd tegen tumoren zoals het Ewing sarcoom. Daarom draag ik de Stichting EV@ een warm hart toe. Niet alleen als arts en mens, maar ook als onderzoeker streef ik naar een beter begrip en betere behandelingsmogelijkheden voor kinderen met deze tumor.